Mythe en werkelijkheid van de populaire pooier

In clips van rappers als 50 Cent en Snoop Dogg lijkt het leven van een zwarte hiphoppooier met zijn harem van kontschuddende ho’s een glamoureuze droom. Hoe is dat echt? Een jonge pimp vertelt over het leven op straat in Los Angeles.

Tramell is pimp. Toen ik hem een paar maanden geleden ontmoette, was hij nog model. Goed, zijn carrière beperkte zich voornamelijk tot het cd-boekje van 50 Cent en een figurantenrol in een clip van The Game. Maar in Hollywood is dat genoeg om je model te noemen.

Ik ontmoette hem op een straathoek in Watts, South Central Los Angeles. Een mooie jongen met reebruine ogen en een kaalgeschoren hoofd. Hij woonde in Compton, even verderop. Het leven in de ‘hood (neighborhood, buurt) viel hem zwaar. ‘Ik ben een soldaat,’ zei hij. ‘Ik moet vechten om te overleven. Het is een wonder dat ik het zover geschopt heb.’

Tramell was 26. Zijn eindexamen had hij wel gehaald, een wapenfeit in zijn demografische groep: jong, zwart, arm, man. Maar ‘elke keer als ik naar college wilde, gebeurde er iets dramatisch’, vertelde hij. ‘De ene keer werd ik neergeschoten.’ Hij toonde me een litteken op zijn hoofd, waar hij met het pistool geslagen werd. De kogel raakte hem in de borst. ‘Daar heb ik een jaar van moeten bijkomen. Een andere keer was ik dakloos. Ik reed met m’n spullen in m’n auto van de ene vriend naar de andere. Ik denk dat ik te snel volwassen wilde worden.’

Zijn vader had Tramell nooit echt gekend. Zijn moeder zat een tijd in de gevangenis voor drugshandel. En drie jaar geleden was hij zelf vader geworden. Weer een ongelukje. Zijn baby momma en zijn zoontje zag hij een paar keer per week. ‘Ik hoop ooit met haar te trouwen. Maar eerst moet ik m’n zaakjes voor elkaar hebben.’

In zijn telefoon stonden foto’s van hem met 50 Cent en The Game: waardevolle documenten voor op zijn cv.

Daarom was het zaak om snel rijk te worden. Beroemd mocht ook. In zijn telefoon stonden foto’s van hem met 50 Cent en The Game: waardevolle documenten voor op zijn cv. En als het als model niet lukte, kon hij het altijd nog proberen met gokken. ‘Ik heb een boek gekocht waarin de techniek van craps staat beschreven - een dobbelspel. Ik denk dat ik volgend weekend naar Las Vegas ga. Vorige keer heb ik 800 dollar gewonnen.’

Pimp’n'ho’s
Tramell werd mijn gids in Watts en Compton, gedeeltes van de stad waar je beter niet kunt verdwalen. Die rol nam hij graag op zich. Voor zijn eigen pr, maar ook voor het imago van zijn buurt. Want: ‘Jullie begrijpen de teksten van 50 Cent niet. Jullie denken dat het een parodie is. Maar zo is het hier echt.’

Het was een paar dagen na onze eerste ontmoeting en Tramell en ik reden door Compton in zijn roestige Toyota. Hij had de stoelen naar achteren gezet: lowrider-stijl. Alleen de vering ontbrak nog. Ondertussen vulde hij de witte plekken in die hij de vorige keer had opengelaten.

‘Een vriendin wilde het voor geld doen. Ze vroeg of ik haar wilde begeleiden. Elke nacht reed ik haar om twee uur naar de Sunset Strip.’

Toen hij begin twintig was, had hij anderhalf jaar crack gedeald. ‘Maar de vriend met wie ik samenwerkte, werd opgepakt. Ik hield ermee op.’ Daarna was hij in een ander circuit gerold: dat van ‘pimp ‘n’ ho’s’ (pooiers en hoeren). Zijn idee was dat niet geweest, benadrukte hij. ‘Een vriendin wilde het voor geld doen. Ze vroeg of ik haar wilde begeleiden. Elke nacht reed ik haar om twee uur naar de Sunset Strip. Daar bleven we tot zonsopgang.’

Waarom had dat meisje jou nodig, vroeg ik. Kon ze niet alleen werken? Misschien wel, zei Tramell. ‘Ik geloof dat ze verliefd op me was.’ Hij ging niet op haar avances in. ‘Daar pimp je niet voor. Ik zei altijd: als je drieduizend dollar op een avond verdient, kunnen we praten. En dat gebeurde nooit’, zei hij, half lachend. ‘Ik houd niet van het ‘ho’-type,’ voegde hij eraan toe. ‘Ik val meer op nerds.’

Het was een vermoeiende tijd, want in diezelfde periode werkte hij overdag in het buurtcentrum in Watts. Daar hielp hij kinderen met hun huiswerk, waarschuwde meisjes dat ze niet zwanger moesten worden, dat ze beter aan een opleiding konden denken.

Paar hoertjes
Een goede nacht pimpen leverde duizend dollar op. Een hoop geld, zei ik. Daar zou je een goede opleiding mee kunnen betalen. Toch? Domme vraag. ‘Je wordt geen pimp of ho’ omdat je een opleiding wilt.’ Het ging op aan dure restaurants en aan kleren. Elke dag nam hij zijn meisje mee uit winkelen. ‘If you want to make a million bucks, you gotta look like a million bucks.

Hij breidde zijn stal uit, had een paar hoertjes tegelijk, begon deel uit te maken van de pimpwereld, met zijn eigen specifieke regels. Pimps spraken op rijm, vertelde hij. ‘Hey girl, you look lost / Are you looking for a new boss?’ Of ‘Call me at six five five two four thirteen / If you wanna join the winning team’. ‘Als ze daar op ingaat, geef je haar oude pooier een courtesy call om te zeggen dat ze voortaan voor jou werkt.’

Pimps spraken op rijm, vertelde hij. ‘Hey girl, you look lost / Are you looking for a new boss?’ Of ‘Call me at six five five two four thirteen / If you wanna join the winning team’

Na een jaar of twee hield hij ermee op. ‘Het begon een pain in the ass te worden om die meisjes elke dag bij te staan. Sommigen zijn misbruikt in hun jeugd, en dan komen ze bij jou uithuilen. Je bent een soort psychiater voor ze. Of een surrogaatvriendje.’

Maar de levensstijl lokte nog steeds. Tegenwoordig had hij moeite de eindjes aan elkaar te knopen. Hij werkte als gids bij de Watts Towers, drie middagen in de week. Daarmee verdiende hij net genoeg om de alimentatie aan zijn baby momma te betalen. Spijtig wees hij op zijn Toyota. ‘Ik ben een nobody’, zei hij. Kon hij niet zo aan de bak komen bij McDonald’s? ‘Tegen minimumloon? Dat houd ik niet vol. Ik ken mezelf.’

Er was iets merkwaardigs aan de mengeling van nostalgie en trots waarmee Tramell over zijn pimpverleden sprak, en de gretigheid waarmee hij zijn verhaal kwijt wilde. Hij verwees voortdurend naar hiphop. Als ik wilde weten hoe de ‘ho’-cultuur in elkaar stak, moest ik naar Lil’ Kim luisteren. Als ik meer over pimps wilde weten, moest ik Suga Free of Ice T kopen. Toch probeerde Tramell niet de ‘mothafuckin’ P.I.M.P.’ te zijn waarover 50 Cent zingt. Wat was hij dan? Een half model, een halve crimineel, een halve welzijnswerker, een halve pimp. Geen held, maar ook geen slachtoffer van de maatschappij.

Hustle & Flow
Op Tramells aanraden bezocht ik Hustle & Flow. De film, die deze zomer in de VS uitkwam en begin december in Nederland, was razend populair onder zijn vrienden, had hij gezegd. Hustle & Flow gaat over DJay, een pooier die zijn leven wil beteren en het probeert te maken als rapper. Toen Terrence Howard de hoofdrol kreeg aangeboden, stond hij erop een pimp van vlees en bloed te mogen spelen. Dat is gelukt. Het verhaal speelt zich af in Memphis, de broeierige stad aan de Mississippi. DJay’s hoertjes gaan weg voor 20 dollar op de voorbank, 40 op de achterbank. En DJay zelf is geen met gouden kettingen behangen schoft, maar een arme jongen uit de getto’s, die huilt bij het horen van een psalm en een van zijn hoertjes hartstochtelijk zoent in een tranentrekkende scene. Je zou bijna vergeten dat hij een scène eerder een ander hoertje met kind en al op straat heeft getrapt omdat ze het waagde hem tegen te spreken. En dat hij weer een ander meisje uitpimpt aan de eigenaar van een audiozaak in ruil voor een dure microfoon. Want, zingt hij: ‘It’s hard out there for a pimp / When he’s trying to make the money for the rent / With his Cadillac and gas money spent.’ Dat is DJay: een man die wel boven zijn omstandigheden uit wil stijgen, maar niet kan. De antiheld van wie we allemaal houden. Precies de pimp die Tramell was - of wilde zijn.

Iceberg Slim maakte een fortuin met zijn boek Pimp - the story of my life. Films als Superfly en The Mack toonden zwarte mannen met bontjassen, laarzen van krokodillenleer, wandelstokken met gouden knoppen en een hele tros vrouwen aan hun armen.

Cultpimp
In de jaren zeventig deed de zwarte pooier zijn intrede in de populaire cultuur. ‘Black is beautiful’ was het credo en iedereen liep met afro-kapsels rond. Robert Beck, beter bekend als Iceberg Slim, maakte een fortuin met zijn boek Pimp - the story of my life. Films als Superfly en The Mack toonden zwarte mannen met bontjassen, laarzen van krokodillenleer, wandelstokken met gouden knoppen en een hele tros vrouwen aan hun armen. Het ultieme symbool van viriliteit, vonden blanke filmbezoekers. Parodieën van de zwarte man, vonden zwarte intellectuelen. Het filmgenre werd afgedaan af als ‘blaxploitation’ - misbruik van zwarte stereotypen - en verdween na een paar jaar.

In het reality-tijdperk van de jaren negentig stak de pimp de kop weer op in een andere gedaante. De documentaire American Pimp toont het leven van pooiers en hoeren als excentrieke nomaden, onderweg van de Sunset Strip in Hollywood naar goedkope appartementen in Las Vegas. De pooiers krijgen ruim de gelegenheid om te reflecteren op hun eigen leven en hun rol in de maatschappij. ‘De blanke man mag de macht hebben over alle drugsdealers in de wereld, maar over de pimp heeft hij geen macht’, zegt een van hen voldaan. Een ander leidt de wortels van het pimpen terug tot de slavernij. Blanke slavendrijvers gingen ongestraft met hun zwarte slavenvrouwen naar bed, tot een zwarte man slim genoeg was om te zeggen: daar moet je geld voor vragen. Dat al - al! - dat geld vervolgens naar de pimp gaat, vinden ze vanzelfsprekend. ‘Dat zijn de regels van het spel.’

Het realisme van American Pimp en de mythe uit de blaxploitation-films culmineerde in de pimp’n'ho-stijl die hiphop de laatste jaren domineert. De trend bereikte zijn toppunt toen Nelly vorig jaar zijn drankje Pimp Juice op de markt bracht. De rapper haastte zich erbij te zeggen dat ‘pimp’ in zijn boekje niet voor ‘pooier’ stond, maar voor Positive Intellectual Motivated Person. De pimp als intellectueel: van daar was het maar een kleine stap naar de pimp als knuffelbeer.

Deeltijd-pimpen
Twee maanden na onze eerste ontmoeting zoek ik Tramell weer op bij de Watts Towers. Hoe het met hem gaat. Hij haalt zijn schouders op. Doordeweeks is hij nu onder de pannen. Hij leert hypotheken afsluiten bij het bedrijf van zijn schoonzusje. ‘Als ik de training afmaak, is er goed geld mee te verdienen. Het is een baan waar je je zo drie jaar in kunt verliezen’, zegt hij. ‘Misschien is dat goed. Maar ik mag m’n Hollywood-droom niet verliezen.’

Hoe komt hij in de tussentijd rond? ‘Ik heb m’n hustle. Probeer wat belastingvrij geld te verdienen.’ Drugs? ‘Misschien.’ Gokken? ‘Ook. Ik krijg ervaring, weet je.’ Zijn vorige trip naar Las Vegas was niet doorgegaan. Maar volgend weekend gaat hij echt.

‘In Vegas wordt niet alleen maar gegokt’, zeg ik. Nevada is de enige staat waar prostitutie legaal is. Tramell lacht. ‘Pimpen doe ik ook als ik geen ho’s heb. Het is een manier van leven.’ Een andere manier van met meisjes omgaan kan hij zich niet veroorloven, legt hij uit. ‘Ze willen ze dat je ze mee uit eten neemt, cadeautjes voor ze koopt… dat kan nu even niet.’

Fulltime pimpen doet hij niet meer. Maar soms, ‘als het zich aandient’, doet hij het af en toe een weekendje. ‘Zo’n meisje is al blij als ze twee nachten bij iemand terecht kan die haar niet slaat, die haar vertelt wat ze wil horen.’ Game heet dat. Smooth talking. ‘Je vertelt ze dat het hier ghettofabulous is’, zegt hij, en weer beginnen zijn ogen te glimmen. ‘I’ll take you from the low hills to the ho’ hills. Join the team, we’ll make some cream. Je geeft ze de illusie dat ze in een droomwereld leven.’

‘Maar als ze jouw Toyota zien, weten ze toch beter?’ ‘In een Cadillac zou ik het beter doen’, geeft Tramell toe.

‘Maar als ze jouw Toyota zien, weten ze toch beter?’ ‘In een Cadillac zou ik het beter doen’, geeft Tramell toe. ‘Maar ik zie er verzorgd uit.’ Hij zet de kraag van zijn poloshirt omhoog: Sean John. ‘Ze zien een nette student in mij, niet een schoft van een pooier.’

Waar al dat geld aan opgaat, vraag ik weer. ‘Ik moet m’n rekeningen betalen.’ Meer krijg ik niet te horen. ‘Ik heb je al veel te veel informatie gegeven. The game is to be sold, not to be told.’ Iceberg Slim heeft zijn verhaal toch ook verteld? ‘En die heeft daar ook een fortuin mee verdiend. Waarom betaal jij mij niet?’ Hij trekt een scheef mondje. ‘Ah, kom op. Ik weet dat je geld hebt.’